Op de Amsterdamse Zuidas ontwierp KENK Architecten met Xavier een eerste woontoren voor het projectgebied. Het stoere gebouw kreeg een baksteenarchitectuur aangemeten die het gebouw architecturaal laat blenden met de hoogbouwkantoren en de binnenstedelijke woongebouwen. Prefabricatie bleek een dankbare oplossing voor de complexe bouwlogistiek in een grootstad.
Amsterdam Zuid is het decor voor één van de grootste planontwikkelingen in Nederland: de Zuidas. Het 245 hectare grote projectgebied ontwikkelt zich rond het station Amsterdam Zuid, dat centraal in het gebied ligt. De eerste gebouwen in de nieuwe stadswijk waren hoogbouwkantoren. De planmakers zagen ze als geluidsscherm ten opzichte van de A10-autosnelweg. De aangrenzende zones kregen stedenbouwkundig een woonbestemming. Eén van de eerste residentiële ontwikkelingen in het centrumgebied van de Zuidas was Xavier, een stadspaleis met een stoere baksteenarchitectuur. KENK Architecten zag Xavier als een ensemble van een 70m hoge woontoren en twee urban villa’s van zeven bouwlagen, geordend rond een semipublieke binnentuin. “Die opzet volgt uit de stedenbouwkundige voorschriften voor dit stadsdeel,” weet Pim Köther van KENK Architecten. “Die voorzien per kavel een stadspaleis met bijgebouwen geënt rond een groene binnenruimte. Hierdoor ontstaat een goed faseerbare en relatief kleine, herkenbare korrel. Per perceel zijn de losse gebouwen duidelijk familie van elkaar en is er sprake van een eigen signatuur.”
Xavier biedt in het torenvolume plaats aan 102 huurwoningen en 57 koopwoningen. De woningen nemen toe in oppervlakte naarmate ze hoger in de toren liggen. De oppervlaktes op de laagste niveaus schommelen tussen de 60 en 110 m², het penthouse in de kroon van de toren is 345m² groot. Onder de woningen bevindt zich nog een 300m² grote commerciële plint. Parkeren voor 122 wagens is ondergronds georganiseerd. De functionele invulling van Xavier vertaalt zich in de architectuur. Zo bedacht KENK Architecten een driedeling voor het torenvolume met een plint, middenpartij en kroon. Dat maakt de verschillende woontypologieën afleesbaar. Banden uit omloopbalkons versterken de herkenbaarheid voor de bewoners. “De driedeling en de omloopbalkons geven het gebouw een meer menselijke maat. De toren krijgt zo ook een bijzondere geleding en een unieke uitstraling, zowel van dichtbij als bijvoorbeeld vanaf de Ringweg,” vertelt Pim Köther.
Ondanks zijn stoere en robuuste uitstraling is de baksteenarchitectuur bijzonder verfijnd en doordacht. De gevels bestaan uit een afwisseling van gebouwhoge penanten enerzijds en verticale ramen met daartussen horizontale banden van gemetselde lateien anderzijds. In dit grid van metselwerk en raampartijen bracht de ontwerper variatie door af te wisselen tussen verschillende metselverbanden en de diepteligging van de raamvlakken. Een aandachtig toeschouwer zal ook zien dat de ramen in het torengebouw groter worden al naargelang ze hoger in het gebouw geplaatst zijn. “Hierdoor wordt het gebouw transparanter en profiteren de appartementen van het spectaculaire uitzicht over de stad.”
Bouwbedrijf Waal koos ervoor de baksteenarchitectuur voor de twee urban villa’s traditioneel op te trekken, voor de toren maakte de aannemer gebruik van geprefabriceerde elementen. “Die keuze werd ingegeven door de beperkte ruimte op het openbaar domein. Wanneer je zonder stellingen kunt bouwen, neem je minder ruimte in en dien je ook minder bijdrage voor inname van openbaar domein te betalen,” motiveert Pim Köther. De toren heeft aan de kopgevels prefab sandwichelementen, aan de voor- en achtergevel niet-dragende invulelementen. Voor de productie van deze off site vervaardigde elementen trok Bouwbedrijf Waal naar het Belgische Loveld. De constructeur werkte samen met KENK Architecten en de aannemer de productietekeningen voor de elementen uit. Voor de verankering van de balkons kozen ze voor de IQlick-verankeringselementen omwille van de goede energetische prestaties en de eenvoudige montage, want ook daarvoor zijn er geen stellingen nodig.