Energiegebruik en energie besparen hebben de afgelopen jaren volop in de aandacht gestaan. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de ontwikkeling van de eisen met betrekking tot de thermische kwaliteit van constructies; die eis is per 1 januari 2015 vastgesteld op Rc ≥ 4,5 m2K/W voor gevels en Rc ≥ 6,0 m2K/W voor daken. Een verdere aanscherping van de energieprestatie van een gebouw is al voorzien voor 2020. De EPC (Energie Prestatie Coëfficiënt) zal dan ook de eisen met betrekking tot de energieprestatie van een gebouw bepalen.
Doordat de warmteweerstand van constructies steeds hoger wordt, is aandacht voor de thermische kwaliteit van de detaillering steeds belangrijker. Het aandeel van het warmteverlies in knooppunten wordt bij hogere warmteweerstanden immers groter dan bij slecht geïsoleerde gebouwen. Om te komen tot een energiezuinig gebouw wordt vaak gebruik gemaakt van het principe van de Trias Energetica. De Trias Energetica houdt er rekening mee dat er in eerste instantie gestreefd wordt naar een lage energiebehoefte (stap 1). Dit kan gerealiseerd worden door een goede thermische kwaliteit van de gebouwschil en door gebruik te maken van de zon. Duurzame bronnen worden zo veel mogelijk gebruikt (stap 2). Bijvoorbeeld door de elektriciteitsbehoefte op te wekken met PV-panelen, warmtapwater op te wekken met een zonnecollector of voor de ruimteverwarming gebruik te maken van de warmte uit grondwater of de bodem. De energiebehoefte die overblijft en niet bij stap 2 wordt ingevuld moet zo efficiënt mogelijk worden opgewekt; dat is stap 3 van de Trias Energetica.
De Trias Energetica en het principe is onderstaand schematisch weergegeven:
Stap 1: beperk de energiebehoefte
Stap 2: gebruik duurzame bronnen
Stap 3: gebruik niet duurzame bronnen efficiënt