Warmtedoorgangscoëfficiënt
In tegenstelling tot de warmteweerstand, die weergeeft hoe makkelijk warmte door een constructiedeel gaat, geeft de warmtedoorgangscoëfficiënt weer hoe moeilijk warmte door een constructiedeel gaat.
De warmtedoorgangscoëfficiënt, Uc, in W/m2K wordt als volgt bepaald:
Hier is ΔU de toeslagfactor voor eventuele convectie, bevestigingshulpmiddelen,
omgekeerd dak en bouwkwaliteit, in W/m2K. ΔU wordt als volgt bepaald:
Waarbij:
- ΔUa: is de toeslagfactor voor convectie ('air voids');
- ΔUfa: is de toeslagfactor voor bevestigingshulpmiddelen (ankers);
- ΔUr: is de toeslagfactor voor een omgekeerd dak (indien van toepassing);
- ΔUw: is de toeslagfactor voor bouwkwaliteit.
UT is de warmtedoorgangscoëfficiënt van een totale constructie, zonder
correctie op de U-waarde. Deze wordt bepaald volgens:

Figuur 4: Bepaling van het temperatuurverloop door een wand waarbij het temperatuurverloop door de dikte en de warmteweerstand van de materiaallagen wordt bepaald. Daarnaast zijn de overgangsweerstanden (Rsi en Rse) ter plaatse van de luchtlagen aan weerszijden van de constructie van belang. Rechts in de figuur is aangegeven hoe het temperatuurverloop in de materiaallagen bepaald kan worden.