De binnenoppervlaktetemperatuur geeft informatie over de warmtegeleiding van een bouwdeel. Een lage binnenoppervlaktetemperatuur betekent een groot warmteverlies ter plaatse van het knooppunt. De ƒ-factor is een temperatuurfactor met informatie over de oppervlaktetemperatuur. Daarmee zegt de ƒ-factor iets over het risico op oppervlaktecondensatie.
De ƒ-factor wordt bepaald door het temperatuurverschil tussen de laagste binnenoppervlaktetemperatuur en de buitentemperatuur ten opzichte van het temperatuurverschil tussen binnen en buiten:
Waarbij:
θe = buitentemperatuur = 2,7°C (gemiddelde ontwerptemperatuur van de koudste klimatologische maand januari te Ukkel);
θi = binnentemperatuur = 20°C;
θsi = laagste binnenoppervlaktetemperatuur.
Indien de ƒ-factor > 0,7 is er onder normale omstandigheden (indien voldoende ventilatie en zonder extreme vochtigheid) geen kans op schimmelvorming.
Om de ƒ-factor van een knooppunt te kunnen bepalen is een berekening volgens de eindigeelementenmethode nodig; een dergelijke berekening kan niet met de hand worden uitgevoerd. Bij een berekening van de ƒ-factor wordt de binnenoppervlaktetemperatuur berekend bij een binnentemperatuur van 20°C en een buitentemperatuur van 2,7°C.
Ter plaatse van een bouwknoop treedt de laagste binnenoppervlaktetemperatuur op; lager dan ter plaatse van een geïsoleerde constructie. Op basis van de laagste binnenoppervlaktetemperatuur kan worden beoordeeld of er ter hoogte van de bouwknoop condensatie ontstaat. Daarmee is de laagste binnenoppervlaktetemperatuur een maat voor het risico op oppervlaktecondensatie.